Advocaten

Europees aanhoudingsbevel

Grensoverschrijdende rechtshandhaving en wederzijdse rechtshulp

Een centraal instrument in de Europese wederzijdse rechtshulp is de Europees aanhoudingsbevel (EAB), die de grensoverschrijdende arrestatie en overbrenging van personen van de ene staat naar de andere. Het EAB is meer dan alleen een doorzoekingsmaatregel. Het omvat ook het verzoek om de aanhouding en overlevering van de persoon die wordt vervolgd.

De hieruit voortvloeiende inmenging in de burgerlijke vrijheden gaat soms verder dan de vrijheidsbeperking die gepaard gaat met een nationaal arrestatiebevel. Omdat de Handhaving vindt plaats in een ander landdie geen onderzoek verricht en doorgaans verantwoordelijk is voor het bestellen van Uitleveringsdetentie vergezeld door. Naast uitlevering aan een andere EU-lidstaat, langdurige detentieperioden van maximaal 120 dagen in de uitvoerende staat En beperkte rechtsmiddelen, aangezien de rechtbanken van de uitvoerende staat slechts beperkte bevoegdheden hebben om het EAB te toetsen. Tijdens de overdracht zijn sommige Tekorten in de rechtsbescherming; Vertragingen in beroepsprocedures kunnen ook leiden tot verlengingen van de uitleveringsdetentie.

Duitsland vaardigde in 2022 in totaal 3.222 Europese aanhoudingsbevelen uit – meer dan enig ander Europees land. Deze cijfers laten zien dat Belang van uitleveringsrecht waar de advocaten van ons kantoor al geruime tijd met regelmaat mee bezig zijn. In 2005, op advies van een advocaat Gül Pinar begeleid succesvolle constitutionele klacht de toenmalige – eerste – wet tot uitvoering van het Kaderbesluit betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de overleveringsprocedures tussen de lidstaten van de Europese Unie (Wet op het Europees aanhoudingsbevel – EuHbG) van 21 juli 2004 wegens schending van artikel 2 lid 1 juncto artikel 20 lid 3, artikel 16 lid 2 en artikel 19 lid 4 van de Grondwet. De Federaal Constitutioneel Hof vermeld (2 BvR 2236/04 = BVerfGE 113, 273, para. 65):

"[…] burgers [mogen] niet tegen hun wil worden verwijderd uit het rechtssysteem waarmee ze vertrouwd zijn. Elke burger – zolang hij of zij zich op het grondgebied van de staat bevindt – dient beschermd te worden tegen de onzekerheden van een berechting onder een rechtssysteem dat hem of haar vreemd is en onder omstandigheden die voor hem of haar moeilijk te begrijpen zijn [...]."

Toch blijkt ook uit recente ontwikkelingen dat er in de jurisprudentie nog veel onduidelijkheden bestaan over dit onderwerp. In 2019 is de Europees Hof van Justitie (HvJ) naar aanleiding van een verzoek om een prejudiciële beslissing op grond van artikel 267 VWEU, dat het Duitse Openbaar Ministerie niet voldeed aan de vereisten voor een onafhankelijke rechterlijke autoriteit in de zin van artikel 6(1) van het Kaderbesluit betreffende het EAB. De reden was dat ze potentieel Instructies van het bestuur zijn onder voorbehoud. Daarom mogen officieren van justitie in Duitsland momenteel geen Europese aanhoudingsbevelen uitvaardigen. Dit is uitsluitend de verantwoordelijkheid van onafhankelijke gerechtelijke autoriteiten. Het onderwerp is huidig nog steeds Onderwerp van discussie over juridisch beleid; in 2024 de Federaal Ministerie van Justitie in dit opzicht Wetsontwerp gepresenteerd.

Bovendien is het recht op internationale wederzijdse rechtshulp in strafzaken ‘Effectievere’ bestrijding van grensoverschrijdende criminaliteit in beweging. Zo worden de mogelijkheden voor het veiligstellen en vrijgeven van elektronisch bewijsmateriaal binnen de EU, en met name over de landsgrenzen heen, opnieuw gereguleerd (de zogenaamde E-bewijsverordening). Ook op het gebied van Inbeslagname van activa zou de grensoverschrijdende samenwerking tussen rechtshandhavingsautoriteiten “verbeterd”, d.w.z. de inbeslagname en confiscatie van activa wordt nog gemakkelijker gemaakt. De overeenkomstige EU-richtlijn is reeds in werking getreden en moet uiterlijk in november 2026 in nationale wetgeving zijn omgezet.

Advocaten